Aan het begin van mijn stage heb ik een dramales gegeven waarbij ik tableaus heb ingezet. Na een inleiding over standbeelden moesten de leerlingen in een groepje een tableau voorbereiden. Tijdens het uitvoeren liet ik de andere leerlingen raden op welke locatie het tableau zich afspeelde.
Mijn mentor heeft totdat ik in de klas kwam bijna nooit drama gegeven. Althans niet op deze manier. De leerlingen waren erg enthousiast geworden en deden allemaal heel leuk mee. Ik begon de les met 2 verschillende warming-ups, namelijk: standbeeldspringen en aan elkaar een standbeeld laten zien. Omdat de meeste leerlingen weinig ervaring hebben met drama, heb ik gekozen voor deze opdracht die voor iedereen haalbaar was.
Bij de warming-up heb ik gebruik gemaakt van de theorie die H. de Nooij beschrijft op p. 109 uit Kijk op spel (2008). Hij vertelt dat je zorg dient te dragen voor een gedegen inleiding (WUP) zodat de leerlingen de techniek goed kunnen toepassen. Ik heb gekozen voor 2 verschillende WUPS die te lezen zijn in mijn lesvoorbereiding.
De leerlingen hebben de opdracht keurig uitgevoerd, waarvoor ik ze heb gecomplimenteerd. Ook het uitvoeren van de opdrachten ging goed. De opdrachtkaarten en duidelijkheid over de plek van oefenen gaf veel rust voor de leerlingen. Hierdoor konden zij snel aan de slag.
Tijdens het presenteren van de tableaus heb ik gerichte kijkvragen gesteld aan de leerlingen over de houding van de leerlingen die het tableau presenteerde. Door de kijkvragen te stellen was er genoeg rust tijdens de presentaties.
Na het presenteren heb ik de les nabesproken. Tijdens het nabespreken heb ik de kijkvragen besproken. De leerlingen waren op een positieve manier kritisch naar elkaar, waarvoor ik ze heb gecomplimenteerd. Volgens H. de Nooij moet je een presentatie altijd nabespreken om de leerlingen waardering te geven, Kijk op spel (2008), blz 163.
Ik heb de les als zeer positief ervaren en de leerlingen ook. De volgende stagedag werd er al aan mij gevraagd wanneer we weer drama gingen doen.
Hieronder mijn lesvoorbereiding en lesbegeleiding van deze dramales.
Lesvoorbereiding:
Lesbegeleiding:
Lesbegeleiding van een andere dramales ( acteerspel )
Opdrachtkaarten voor de leerlingen:
Het maken van de opdrachtkaarten heb ik als positief ervaren. Tijdens het oefenen was er genoeg duidelijkheid waardoor de leerlingen snel aan de slag konden. Ik heb rekening gehouden met het maken van de opdrachten door de tips te gebruiken die H. de Nooij in Kijk op spel, blz 139 beschrijft. Hier heb ik erg veel aan gehad. Voor elk groepje was er een opdrachtkaart.




Geen opmerkingen:
Een reactie posten